Topstukken

Topstukken

17de eeuwse bloemhouder

Bloemenhouder met een vleugje ‘Oranje’

Denk je aan Nederland, dan denk je aan bloemen. In het voorjaar komen talloze toeristen naar de bollenstreek om de prachtig gekleurde velden te bekijken. Niet toevallig is prinses Beatrix beschermvrouwe van de Koninklijke Maatschappij voor Tuin- en Plantkunde. Onze Oranjes hebben groene vingers. Dat blijkt ook uit deze zeventiende-eeuwse bloemenhouder.

Stadhouder Willem III van Oranje en zijn echtgenote prinses Mary Stuart II waren liefhebbers van Delfts blauw. Tijdens hun verblijf in Paleis ’t Loo van 1677 tot 1688 lieten zij vele stukken maken bij de plateelbakkerijen in Delft, waaronder dit soort bloemhouders. Er zijn in de tuin van het paleis veel scherven teruggevonden die dit bevestigen. Mary II hield van bloemen en planten, en deze houders waren speciaal ontworpen om bloemen mooi te presenteren. In die tijd waren tulpen, anjers, aurikels, anemonen en ranonkels populaire bloemen.

Bloemenhouder, circa 1690, De Metaale Pot, Delft, aardewerk, h. 61 cm, bruikleen Ottema-Kingma Stichting.
Bloemenhouder, circa 1690, De Metaale Pot, Delft, aardewerk, h. 61 cm, bruikleen Ottema-Kingma Stichting.

Bloemenhouder, circa 1690, De Metaale Pot, Delft, aardewerk, h. 61 cm, bruikleen Ottema-Kingma Stichting, mede dankzij Vereniging Rembrandt.
Klik op de afbeelding om de volledige bloemhouder te zien.

Bloemenhouders in allerlei vormen en maten werden in deze periode gemaakt in de plateelbakkerijen De Grieksche A, De Drie Vergulde Astonnekes en De Metaale Pot. Mary II speelde een belangrijke rol in de populariteit ervan. De afgebeelde bloemenhouder uit de collectie van het Princessehof, is gemaakt bij De Metaale Pot. Vaak is het lastig om te achterhalen waar een bepaald stuk is uitgevoerd. Gelukkig is het ons hier heel makkelijk gemaakt, doordat initialen ‘LC’ op de bodem staan. Deze staan voor de naam Lambertus Cleffius, die van 1680 tot 1691 eigenaar was van De Metaale Pot. Hierdoor weten we vrijwel zeker dat de bloemenhouder in deze periode is gemaakt.

In de zeventiende eeuw werd het blauw-witte porselein uit China enorm populair. Het werd in grote hoeveelheden door VOC-schepen naar Nederland vervoerd. Delft sprong hier handig op in door de Chinese motieven te kopiëren in hun eigen productie. Op deze bloemhouder is dat terug te zien in de vogels en de gestileerde rotsen op de buik van de vaas, en het wolkenmotief onderaan de voet. Op de deksel zien we bovendien tulpen afgebeeld, een motief dat kenmerkend is voor Chinees porselein uit de periode van de late Ming-dynastie. Aan deze dynastie kwam een eind in 1644.

Er zijn maar weinig van deze bloemhouders in Nederlandse collecties bekend. Het is daarnaast bijzonder dat het merk van Lambertus Cleffius op de houder vermeld staat. De eerste bloemhouders werden waarschijnlijk rond 1670 gemaakt, en daarmee is de houder in het Princessehof een vroeg exemplaar.

Niet alleen tulpen

De zeventiende- en achttiende-eeuwse bloemenhouders worden vaak tulpenvazen genoemd, maar dat is eigenlijk een verkeerde  benaming. Soms worden ze ook in verband gebracht met de tulpomanie of tulpengekte in de Gouden Eeuw, toen de prijzen van tulpenbollen tot ongekende hoogte werden opgestuwd. Deze hausse in de tulpenhandel vond echter vijftig jaar voor het ontstaan van de eerste Delftse bloemenhouders plaats. In deze vazen met tuiten uit de tijd van William en Mary werden dan ook zeker niet alleen tulpen geplaatst, maar allerhande kleurige bloemen.

 

Eline van den Berg, conservator Aziatische keramiek bij Keramiekmuseum Princessehof

© Keramiekmuseum Princessehof - alle rechten voorbehouden disclaimer